FMT: procedure, indicatie, contra indicaties, onderzoek
FMT staat voor Fecale Microbiota Transplantatie, oftewel fecestransplantatie.
Bij fecestransplantatie wordt de ontlasting van een gezonde donor toegediend aan een patiënt met als doel het evenwicht te herstellen van bacteriën in de darm, dat verstoord is door gebruik van antibiotica en een infectie met Clostridium difficile (CDI). De behandeling wordt alleen toegepast indien antibiotica niet meer effectief zijn. Ontlasting van gezonde personen bevat een rijke en complexe darmflora, die evenwichtig is samengesteld. Door deze gezonde darmbacteriën terug te geven lukt het meestal CDI definitief te bestrijden.
Voorafgaand aan FMT krijgt de patiënt antibiotica en wordt de darm van de patiënt leeggespoeld met een laxerende drank. De donorontlasting wordt verdund, vloeibaar gemaakt en gezeefd, zodat deze in de darm gespoten kan worden door een dunne sonde (slangetje) die via de neus naar de dunne darm loopt.
Donoren zijn vrijwilligers en worden streng gescreend. Zij moeten gezond zijn, en geen risicofactoren hebben op dragerschap van potentieel overdraagbare aandoeningen. Hun ontlasting en bloed wordt uitgebreid onderzocht op mogelijke aanwezigheid van ziekmakende bacteriën, virussen en parasieten. Bovendien worden deze testen regelmatig herhaald. Omdat het vaak lastig is om snel een geschikte donor te vinden is de Nederlandse Donor Feces Bank opgericht, vergelijkbaar met de bloedbank. In de NDFB wordt ontlasting van donoren bewaard in een speciale biobank. Artsen die een patiënt met CDI willen behandelen kunnen een kant-en-klare donor-fecesoplossing bestellen. Een belangrijk voordeel van een centrale donor-fecesbank is de mogelijkheid tot centrale kwaliteitscontrole.
Bij fecestransplantatie wordt de ontlasting van een gezonde donor toegediend aan een patiënt met als doel het evenwicht te herstellen van bacteriën in de darm, dat verstoord is door gebruik van antibiotica en een infectie met Clostridium difficile (CDI). De behandeling wordt alleen toegepast indien antibiotica niet meer effectief zijn. Ontlasting van gezonde personen bevat een rijke en complexe darmflora, die evenwichtig is samengesteld. Door deze gezonde darmbacteriën terug te geven lukt het meestal CDI definitief te bestrijden.
Voorafgaand aan FMT krijgt de patiënt antibiotica en wordt de darm van de patiënt leeggespoeld met een laxerende drank. De donorontlasting wordt verdund, vloeibaar gemaakt en gezeefd, zodat deze in de darm gespoten kan worden door een dunne sonde (slangetje) die via de neus naar de dunne darm loopt.
Donoren zijn vrijwilligers en worden streng gescreend. Zij moeten gezond zijn, en geen risicofactoren hebben op dragerschap van potentieel overdraagbare aandoeningen. Hun ontlasting en bloed wordt uitgebreid onderzocht op mogelijke aanwezigheid van ziekmakende bacteriën, virussen en parasieten. Bovendien worden deze testen regelmatig herhaald. Omdat het vaak lastig is om snel een geschikte donor te vinden is de Nederlandse Donor Feces Bank opgericht, vergelijkbaar met de bloedbank. In de NDFB wordt ontlasting van donoren bewaard in een speciale biobank. Artsen die een patiënt met CDI willen behandelen kunnen een kant-en-klare donor-fecesoplossing bestellen. Een belangrijk voordeel van een centrale donor-fecesbank is de mogelijkheid tot centrale kwaliteitscontrole.